Pagina's

dinsdag 30 april 2024

Waarom ik het niet geloof wanneer mensen zeggen dat ik sterk ben

 Ik ben nog geen vijf minuten wakker en merk hoe mijn wenkbrauwen gespannen naar beneden staan. Ik ben kwaad, voel ik. En ik weet ook meteen waarom. 

Het duurt meestal een dag voordat ik besef wat ik eigenlijk gehoord heb. En ook hier is het niet anders.

"Tineke komt uit een goed gezin, zij gaat het donker nooit aankunnen."
"De kwetsbaren zoals ik en Tineke,..."

Het is gek dat ik er op het moment zelf altijd minder problemen mee heb. En toch is het niet zo gek. Want zo'n woorden moet ik al 31 jaar horen en waren dus jaren lang mijn waarheid. En vaak zijn mensen zich er niet bewust van, bedoelen ze het niet denigrerend, maar is dat gewoon hun overtuiging.
"Tineke, geef het aan mij, ik zal het doen."
"Dat moet je niet aan Tineke vragen."
"Tineke gaat dat niet kunnen dragen, da's te zwaar."
"Tineke moet eens gewoon leren doorzetten he.."
"Allee, zelfs Tineke kan dat."

En de dag erna komt het dan echt binnen, de lading van de woorden. En elke keer opnieuw word ik kwaad, heb ik pijn. Voel ik mij ontzettend onzichtbaar, onbegrepen en draag ik het alleen.

De drang om mij dan alweer te bewijzen steekt telkens op. De fightrespons, gelijk ze zeggen. Hoe ik de sterfgevallen in mijn leven niet meer op twee handen kan tellen, hoe ik kindjes zag sterven wanneer ik voor Boven De Wolken fotografeerde en wat het met me deed (doet), hoe ik te maken kreeg met andere vormen van afscheid van dierbaren en hoe ik dat met zachtheid benaderde, hoe ik met agressie te maken kreeg, manipulatie, hoe ik echt moest vluchten uit giftige relaties. Nachtmerries, nachtterrors, flashbacks, mijn brein die de boel af en toe eens stillegt op de meest onmogelijke momenten (als in niet kunnen bewegen of praten, super handig..). Hoe ik er altijd rekening mee moest houden dat mensen andere woorden stelden dan daden, mij steunden in dingen die op me afkwamen, tot het voor hen precies toch wat groot werd en ik het toch weer alleen moest doen. Hoe ik daarop leerde anticiperen zodat het minder pijn deed wanneer puntje bij paaltje kwam. Hoe er van mij onvoorwaardelijke liefde verwacht werd, altijd. Omdat de ander altijd lijkt te weten dat ik in staat ben tot onvoorwaardelijke liefde. Ik kijk met liefde naar de mensen die schade toebrachten, naar mensen die veel obstakels mijn richting uitgooien, want ik draag de kracht om te zien hoe getormenteerd sommigen van hen zijn. Dat ook zij hun stuk niet kunnen delen met anderen. En ik zie telkens wat die exacte mensen mij leren, hoe ik mijn wortels dieper kan maken en kan blijven evolueren, veranderen, groeien.

Verdomme, ik kan zoveel vertellen. Hoe het is om dag in dag uit met chronische spierkrampen te leven, hoe frustrerend het is dat ik sommige, simpele dingen daardoor niet kan doen en welke energie het soms vergt om vanuit fysieke pijn niet bitsig te reageren op mijn omgeving. Hoe zwaar het soms is om al jaren wensmama te zijn en niet te weten of het in de kaarten ligt voor mij. Om overal kindjes te zien geboren worden in mijn dichte omgeving, om te zien hoe sommige kindjes in onze maatschappij gekwetst geraken door hun ouders en niet krijgen wat ze nodig hebben en dus een deel van hun ontwikkeling missen. Dat ik ze dat zo, zo graag wil geven. Hoe ik mij nu al voorbereid op familiefeesten om mijn verdriet en eenzame gevoel van het wensmama zijn, ook daar stilletjes te dragen terwijl ik naar die machtig mooie kindjes kijk. Hoe onzichtbaar ik mij dan ga voelen. Hoe er op dit moment zo'n 10 000 foto's klaarstaan voor selectie en nabewerking en ik op reportages moet horen "of dat nu echt zo moeilijk is om die foto's gewoon tegen morgen te versturen". Hoe verdomd moeilijk het is om als alleenstaande ooit mijn eigen plek te kunnen hebben en hoe ik een deel van de veiligheid van mijn introversie moet opgeven om die reden.

Ik weet hoeveel kracht ik nodig had in die 31 jaar. Ook als kind. Welke grote energie er nodig is om mijn zachtheid en gevoeligheid te blijven behouden in onze maatschappij, ook wanneer ik die zachtheid van anderen naar mij toe soms zo ontzettend mis en ik vooral moest horen dat ik een beetje harder moest worden.

Maar ik geloof het niet wanneer mensen zeggen dat ik sterk ben. Want ze zeggen het alleen op de momenten dat ze mij willen geruststellen, of wanneer ze denken dat ik het moet horen. Maar ze verwijzen nooit naar mij als een sterk iemand. Als ze óver mij praten, is kracht niet waar ze aan denken. Gevoelig, ja, dat mag ik altijd horen, aanvoelen. En weet je, aan de ene kan kan ik het begrijpen. Want uiterlijk zien ze mijn angst, de herinneringen in mijn ogen, mijn voorzichtigheid en argwanendheid. Wonden. Ze zien niet wat ik moest doen, welk pad ik bewandelde over al die jaren, over hoeveel grenzen ik moest gaan, welke inténse groeipijnen ik heb verdragen, hoeveel tranen er moesten vloeien in mijn eentje, hoe onzichtbaar ik mij een groot stuk van de tijd voel. Niemand ziet wat ik aan de binnenkant allemaal doe. Wat ik denk, zie, voel, slik, ombuig naar groei, hoeveel triggers ik moet counteren elke dag, in mijn eentje.

Ik weet hoe sterk ik ben ondertussen. Ik heb dat léren zien. Want jaren geloofde ik wat ze zeiden. En vaak eigenlijk nog steeds. Door de jaren heen heb ik moeten leren hoe ik mezelf die liefde kon geven, die erkenning, die zachtheid. Ik weet hoe groot mijn draagkracht is en ik durf mezelf daarin al erkennen. Al zeg ik in alle eerlijkheid, vandaag is dat moeilijker. Dus ach, wat zou het fijn zijn om het soms eens te voelen van anderen. Echt voelen.