Pagina's

woensdag 23 december 2020

Duizend brieven

 Lieve oma,


Duizend brieven schrijf ik jou in mijn hoofd. 


De verbondenheid in de familie was groot vandaag. We staken helemaal zelf jouw afscheidsdienst in elkaar en voerden die zonder enige onbekende die alles "aan mekaar praatte" voor elkaar uit. 
Papa zong voor jou, naar jou. Net zoals hij droegen nonkel Rudi en mama alles op de liefde van muziek.

Ik denk dat je niet half beseft hoe belangrijk je bent voor ons. 
De voorbije dagen waren diepzwart. Ik sleepte mij naar mijn werk waar ik mijn verstand op nul moest zetten op alle vlakken. Het was echt overleven. 
Ik kwam huilend toe en kon niet meer stoppen. Ik moest naar buiten gaan en je vragen om mij de kracht te geven om de dag door te komen.
Ik hoorde je zeggen wat je echt zou gezegd hebben tegen mij.

"Ademen meistje, gewoon ademen. Je moet er door. Je bent veel sterker dan je denkt hoor, dat gaat wel lukken."
En ik die daar als een rare sta te knikken. Alsof ik voel dat je ze écht tegen me zegt. Ik voél dat je ze echt tegen me zegt.

Nooit voelde ik iemands ziel zo dicht bij mij. Ik spreek mij nooit uit over leven na de dood, reïncarnatie, zielen die blijven hangen of als geest terugkeren. Ik spreek er niks over uit omdat ik er niets over weet. Maar waarom voel ik jou dan nu zo sterk? Alsof jouw ziel een deeltje van de mijne werd. Kan dat? Beeld ik mij dat in? Maar waarom dan alleen bij jou? Waarom voelt alles wat de "mens en maatschappij" inhoudt nu ineens veel miniemer? Waarom ben ik nu ineens veel meer "heelal gericht", alsof je jouw levenservaring in mij overgoot? Waarom voel ik jou zo intens? 

De kerstdagen zullen anders zijn, maar hoewel iedereen maar blijft zeuren zal dit volgens mij een hele mooie zijn. Met jouw kaarsje bij mij, naast mij. Het kaarsje die ik van jou kreeg en die ik moest branden als ik jou miste wanneer ik eenzaam was.
Niet wetende dat ik hem tijdens die zware weken non stop zou branden. 

De dag van jouw vertrek zou de kaars zijn opgebrand. Bewust liet ik een beetje over. Morgen brand ik hem op, op kerstmis. Alsof het zo moet zijn. 

Duizend brieven wil ik jou nog schrijven. Ik wil je vastnemen, je hand terug voelen in de mijne.
Ik wil jou nog om zoveel raad vragen en jouw ogen zien glinsteren, je lach horen en dom doen met jou. 

Je zult me door de komende weken loodsen, want dat deed je nu ook al non stop.

Och, lieve oma. Ik beloof jou dat ik mij ga vrijvechten. Ik beloof jou dat ik het leven voor mezelf ga uitstippelen die ik wil. Ik beloof jou dat ik niet meer voor anderen ga leven in de mate dat ik dat vroeger wel deed. Ik beloof jou dat ik zal groeien, voor mezelf zal opkomen. Ik beloof jou om intens te leven en mijn leven enkel nog zoal verrijken met mensen die mijn ziel voeden. 
Ik heb jou alles gezegd, en toch. Ik wil ze nog eens zeggen. Ik wil ze meer zeggen. 



Vrouwmens, ik zie jou doodgraag. Ik kijk naar je op en ik heb ongelofelijk veel van je geleerd. 
Ik zal met je blijven praten en je om raad blijven vragen. Als het leven mij overvalt zal ik omhoog kijken en opnieuw beseffen dat het allemaal vergankelijk is. 

Niets is van ons, alles is geleend. Minder bezit, meer connectie met de aarde, de wortels, de bomen, de dieren, de zielen, de wind, het water en het vuur. 
Zo wil ik leven en zo ga ik leven. Stapje per stapje. Met jouw hand in de mijne en jouw ketting rond mijn hals. 


Veel liefs,
Je kleindochter