Pagina's

woensdag 13 november 2019

Wanneer loslaten groeien wordt

"Ga je mee hout sprokkelen?" Vraagt ze.

Ik pak me in met drie dikke truien, werkhandschoenen, beenwarmers en stevige bergschoenen en trek naar buiten met mijn ouders. Het is koud, maar de zon schijnt.
Het is zo van dat weer die je wangen roze maakt, je neus koud en je hart warm.
Ik kies er bewust voor om de koude lucht goed in te ademen.

Een meneertje van 89 staat ons enthousiast op te wachten aan de voordeur van zijn afgelegen huisje. We weten hoe zeer hij uitkeek naar ons bezoek.
Mijn ouders kent hij al, ik ben nieuw voor hem. Hij klampt me vast en vuurt verhalen over zijn zoon, zijn tuin en zijn vrouwtje op mij af. Geen speld is er tussen te krijgen. Dus ik glimlach. Heel oprecht.
Hij toont ons welk hout mag ingeladen worden en welk er nog moet gekapt of gesnoeid worden.
Hij regelt al meteen een "volgende keer" om een "volgende boom plat te leggen".
Zijn vrouw slaapt. Het gaat niet zo goed met haar, zegt hij.
"Ze vergeet nogal veel. Het is geen dementie. Maar ze vergeet nogal veel."

We werken door tot de zon valt. Lichtelijk vertederd door zijn grote ogen volgen we hem naar binnen voor een tas koffie.
Zijn vrouw is ondertussen wakker en biedt ons koekjes aan. Ze vertelt dat ze toch echt wel eens moet beginnen kuisen, want dat het al zo lang geleden is. Helemaal vergeten dat de grote kuis gisteren had plaatsgevonden. Ze zucht en lacht ermee. Wat een ongelofelijk lieve vrouw.
Ze vraagt of we thee moeten hebben en doktert samen met haar man uit hoe die waterkoker ook weer werkt. Hij is nog ongelofelijk bij de pinken en voert cultuur- en politiekgerichte gesprekken met mijn vader. Zij kijkt naar hem. Een beetje jaloers, merk ik, omdat hij alles nog zo goed weet.
Om de zoveel minuten herhaalt ze de vraag "nog een koekje? Neem maar!".
Een glimlach omtrekt mijn gezicht bij elke "nee hoor, dankjewel!" die telkens met dezelfde liefde in haar richting wordt teruggeworpen.
Ik zit er stilletjes bij. Ik denk aan Ollie. Hij zou dit meesterlijk gevonden hebben. Hoe hij haar telkens een "ja" geeft als ze voor de zoveelste keer vraagt of het water al opstaat. Telkens rustig, telkens liefdevol. Alsof het telkens opnieuw de eerste keer is dat hij die vraag krijgt. Hoe ook ik heel beleefd haar overvloed aan koekjes weiger.
"Da's allemaal niets he, dat vergeten". Zegt hij. "Maar dat zagen... En ze vergeet het steeds he!"
Ze lachen kostelijk. Heerlijk om te zien. Ze kijken mekaar eventjes en bijna onmerkbaar aan. Ze stralen zoveel liefde uit.
Ik besef hoe ik er een voorbeeld aan neem. Daar, op dat moment.
Ik voel een rust die ik al een hele tijd niet meer gevoeld heb. Het duurt maar even, maar het voelt goed.

Deze week voelde ik hoe mijn lichaam heel stilletjes terugkeerde naar een rustpunt. En vandaag werd dat een stukje sterker. Opnieuw. Lichtjes, maar positief.
Ik kom thuis en onderwerp mezelf aan de zoveelste portie zelfreflectie. Ik leg een afspraak vast bij mijn psycholoog en zeg mezelf dat ik goed bezig ben.

Ik som alles op en besluit daarbij iets positiefs te koppelen.

Ik verloor een relatie, maar hij noch ik verdwijnen van de aardbol. Geen ziel is verloren.
Mijn zelfvertrouwen is volledig onderuit gehaald, maar ik bouw het terug op. En dat doe ik goed.
Ik voel me eenzaam, maar ik weet wat liefde is.
Ik moet een nieuwe ondergrond zoeken, maar die ondergrond zal de mijne zijn.
Ik moet terugvallen op mijn ouders, maar ik héb ouders. Liefdevolle ouders! Dat is mijn fundering.
Mijn huisje die ik huur wordt verkocht. Ik moet een zoveelste cocon afgeven, maar dat kan een volledige nieuwe start betekenen. Loslaten is altijd mijn valkuil geweest, maar zo zal ik het leren.
Binnenkort ga ik terug werken en ik heb schrik voor roddels en bedenkelijke blikken. Maar ik zal tegen dan sterker in mijn schoenen staan, en ik ga mezelf uitdagen om mensen aan te spreken en dingen recht te trekken. 't Is een belachelijk grote angst, maar het zal me lukken.
Mijn job als fotograaf lag even stil. Maar 't was een welkome pauze.

Tijd om het weer op te pikken. Tijd om alles weer op te bouwen.
Ik denk aan het oude koppel en neem hen als voorbeeld.

Zij kunnen het. Ik ook.