Pagina's

dinsdag 24 maart 2020

Mijn kind

Daar is het.

Maar ik had niet gedacht dat het zo vroeg zou zijn.
De wolf die gisteren nog zacht en bijna toegankelijk werd, werd vandaag plots terug groot en duister. Uit het niets, één trigger. Klein en alleen.
Klap in mijn gezicht.
Ik kijk hem nog steeds in de ogen, zijn donkere ogen. Verontwaardigd.
Ik ben door hem verraden. Het enige dat hij doet is z'n tanden tonen.
Ik zeg hem dat hij bij mij hoort. En dat het moet werken.

Ik zeg mezelf dat de wolf nog niet veranderd is in de afgrond, en dat ik weiger van dat nog zo ver te laten komen.
Bij de wolf gebruik ik geen woorden, want hij is mij.
Zijn ketting hou ik stevig in mijn hand. Voor het geval dat ik er terug naar moet grijpen. Maar ik probeer zonder. Ik kan dit.

Hij haalt me naar beneden met heel zijn zijn.
Dat ik het niet waard ben. Het vertrouwen in mezelf die ik opgebouwd had en zachtjes in mijn handen koesterde, wordt stof. Niet meer te grijpen.
Plots. En ik begrijp er niks van.

Ik kijk hem vastberaden aan. Hij dreigt, maar ik ken hem. Beter dan ooit.

"Je zult niks bereiken."
Ik blijf volhardend kijken.
"Liefde zal niet voor jou zijn."
Een flikkering van twijfel in mijn ogen.
"Je bent niet mooi."
Mijn blik verandert in onevenwicht en verdriet. Maar ik wend mijn ogen niet af.
"Mensen zullen niet naar je opkijken."
Water in mijn boze ogen.
"Grijs muisje, je verdwijnt."
Mijn blik wordt kwader. Hij blijft dreigen, maar ik weiger.
Angst verandert gedrag. Angst beschermt niet. Dit is angst. En ik benoem het.
Ik draai me om en zie mijn innerlijke kind staan. Ik toon haar mijn angst niet maar glimlach naar haar door mijn tranen heen. Want zij is onschuldig.
Ik glimlach, daar bescherm ik haar mee. Dat is mijn plicht. Ik ga naar haar toe en ga voor haar op mijn knieën zitten.
Ik ga zachtjes met de rug van mijn hand over haar wang. Ik zorg voor haar. Dat is mijn doel. Daar ga ik nu op bouwen.
Dan beteken ik iets. Als haar moeder.
Zij betekent alles voor mij, en ik voor haar. En dat is waarheid. Ik ben haar beschermer.

Ik sta recht en draai me om naar hem. Ik neem haar hand. De ketting nog steeds in de andere.

"Ze zal niks bereiken."
Zij zal alles bereiken wat jij met het duister nooit bereiken kan.
"Liefde zal niet voor haar zijn."
"Ze is meer dan ieder ander geliefd door het diepste van mijn ziel."
"Ze is niet mooi."
Zij is het mooiste wat er is. Want zij is puur zoals alleen een kind dat kan zijn.
"Mensen zullen niet naar haar opkijken."
Dat doe ik. De rest doet er niet toe.
"Grijs muisje, ze zal verdwijnen."
Zij is mijn kind, niemand is zoals zij. Ze kan daarom niet verdwijnen.

Hij is groter dan ons, maar niet onoverwinnelijk.
En zolang ik dat blijf geloven zal het me lukken.









zondag 22 maart 2020

Wanneer ik met de zon besloot mee te gaan

21 maart.
Twijfelend kijk ik naar mijn gsm.
Vandaag kleur ik groen. Ik glimlach sinds lange tijd oprecht.
Sinds januari hou ik mijn moods bij in kleuren.
Fel groen vertaalt naar een fantastische dag. Groen naar een goeie, positieve dag.
Met geel ben ik de dag doorgekomen, maar dat is het dan ook. Oranje vertelt stress en angst. En rood toont een zware, donkere dag.
Deze maand kleurt geel en oranje, en af en toe rood. Geel zag ik als goed.
Gisteren besloot ik dapper te zijn en de medicatie te stoppen.
De laatste keer dat ik dat probeerde viel ik diep en greep ik er snel naar terug.
Maar ik ben gegroeid sindsdien. Gekalmeerd.
De donkere wolk die corona heet ademt een bizarre stilte door de aarde. Een stilte die eerst vervreemdend aanvoelde, maar nu een vrij unieke rust door mijn haren blaast.
Faalangst vermindert, want op mijn werk heb ik soms maximum vijf kinderen onder mijn hoede.
Ik kan plots heel individueel te werk gaan en krijg sinds hele lange tijd inspiratie door en voor hen.
Een inspiratie die ik sinds augustus miste en waar ik wanhopig naar op zoek was.
Mijn fotografie ligt noodgedwongen stil, en hoewel ik het enorm mis, valt ook daar de druk weg.
Alles valt stil. Heel even moet ik niet meer voldoen. Moet ik niet doen alsof ik sterk ben. En laat dat nu de sleutel zijn tot kracht herwinnen.
Alles rustig, alles stil, en écht eens op een zelfgekozen tempo.
Sinds lange tijd voel ik trots bij mezelf. Ook vandaag liet ik het kleine roze pilletje links liggen, en ook nu kijk ik een zwarte wolf kalm maar recht in de ogen. Vertrouwd maar, sinds die lange tijd, stilaan terug in controle.
De wolf dreigt niet meer, maar laat ik stil, en vooral op een rustig tempo tot mij komen.

22 maart.
De muzikale livestream van Duo Absynthe vult mijn atelier en ik dans.
Alleen, als een gek.
Ik ben ze dankbaar.
Mensen worden creatief, merk ik. Ze zoeken sociaal contact via technologie en ik ga er helemaal in mee.
Ik en mijn vrienden besloten elke vrijdag een virtueel kampvuur te houden en ik kijk nu al uit naar volgende vrijdag.
Ook vandaag glimlach ik. De tweede dag waar ik een lach op mag plakken.
Ik heb zin om muziek te spelen en ik schrik daarvan. Geen viool zoals anders, maar gitaar. Ik wil gitaar leren. Al jaren eigenlijk, maar nooit begon ik eraan.
De vermiste inspiratie keerde sinds gisteren plots terug. En ik vraag me af wat er gebeurd is sinds dien, wat er veranderd is.
Is het echt die algemene rust die heelt? Is het echt de tijd die herstelt?
Ik analyseer mijn gedachten. Een vrij speciale ziel vertelde me in januari dat hij moest leren om alleen te zijn.
Ik heb toen zijn voorbeeld gevolgd en merk nu dat dat goed was. De drang naar armen rond de mijne is niet meer overheersend.
Hoewel het affectiebeest in mij altijd zijn recht van bestaan zal hebben. Maar het lijkt terug in evenwicht te geraken. Het voelt als een verademing.

Ik besluit een oprecht zelfportret te maken.
Een die de lente omarmt. De winter was lang en donker en heeft alles uit me gehaald wat er nog uit te halen viel. En dat was niet veel meer.
Ik vraag de lente om mijn ziel terug te vullen.
"Laat me groeien zoals de bloemen in mijn tuintje dat doen."
Ik zoek kracht, zelfvertrouwen, de zon.
Aan mijn zelfvertrouwen heb ik als een gek gewerkt.
"Je bent mooi" resulteerde onverbiddelijk in gemeend hoofdgeschud van mij.
Ondertussen leerde ik met hulp dat dat voortkomt uit angst en conditionering.
Ik besloot het nooit te geloven. Dan was er ook geen manier om iets terug van me af te nemen.
Want dat "iets" heb ik dan nooit gehad. Het liep telkens fout, dus dan kon ik het maar beter zelf fout laten lopen, onder mijn controle.
Angst "beschermt" in mijn ogen, maar moest ik vervangen door "ontneemt".
Dat besef resulteert in de wetenschap dat ik van een laag pitje terug moet beginnen maar dat het wel goed komt.

Ik ben voorzichtig. Ik weet dat de goeie dagen voorgaan aan slechte. Dat dit een up is, en dat er nog een down komt.
Ik bereid me voor, maar ik geloof dat ik het kan.

Sinds gisteren veranderde er iets. 't Komt wel goed.