Pagina's

vrijdag 16 april 2021

"Vanavond mag je een beetje wegkruipen."

 Wanneer mijn longen me geen volle toegang meer verlenen weet ik dat ik angstig ben. Overweldigd. 

Ik sla de deur van mijn auto net dicht wanneer een camionette naast me stopt en de bestuurder naar me zwaait. De man ken ik nu als mijn huisbaas.
Ik leerde hem recent kennen bij de opzeg van de huur van mijn nestje. 

Ik had hem vorige week met een bang hart, en vooral veel respect, een mail gestuurd met de mededeling dat corona mijn inkomen nu al een jaar halveerde en dat ik het huisje zou moeten verlaten. 

Hij doet me een voorstel waar we beiden iets aan hebben en dankbaar ga ik akkoord. Sinds vandaag weet ik dat ik dit huis nog twee weken het mijne kan noemen, en dat ik het dan in leegte moet achterlaten. 
Meubels moeten plots snel verkocht geraken, afspraken moeten gemaakt worden, onbekende mensen moeten opgebeld worden, controles moeten worden uitgevoerd en in die twee weken tijd moet ik ineens heel snel afscheid nemen van een plek die mijn veilige haven was, vier jaar lang. 
Vriendelijke man, de huisbaas. Hij vindt het jammer dat ik vertrek. Ik ook. Ik vloek de hele dag door. Moet me mentaal voorbereiden. 

Ik passeer langs mijn ouders om hun hulp te vragen, dingen met hen te overleggen. 
Bij aankomst zet ik mijn mondmasker op en raak ik per gewoonte de klink niet aan. Ik betreed mijn ouderlijk huis als volwassene die haar leven dapper per hoofdstuk verandert. 
Ik vertrek even achtentwintigjarig, maar met een hart van zeven. Onverwacht een beetje zoekend naar een soort troost, geruststelling. Iemand die zegt dat het echt wel helemaal goed komt. 



Het is middag. Ik ben al van hier naar daar gevlogen vandaag. Misschien is dat goed, want mijn geest lijkt uit mijn lijf te willen breken. 
Ik verlaat haast huilend de praktijk van mijn psycholoog. Uitgerekend vandaag besloot ik een diepgeworteld gevecht bij mezelf aan te pakken.  
Ik betrap mezelf erop dat het veel dieper zit dan ik dacht wanneer ik mijn ouders afsnauw, onderweg naar mijn nichtje, die net haar dochtertje ter wereld heeft gebracht. 
Prachtig kindje, prachtig gezinnetje. En opnieuw, voor de derde keer vandaag, geraak ik overweldigd en verdrink ik in zelfgevecht. 

"Vanavond mag je een beetje wegkruipen." Een berichtje van mijn beste vriendin. Ik glimlach door mijn traantjes heen. Topwijf.
Ze stelt me gerust en zegt dat het best oké is om vanavond even te laten gebeuren.
Misschien moet ik dat ook gewoon maar doen. Een potje janken, eventjes bang zijn, en vooral eventjes snakken naar oprechte troost van iemand die me graag ziet. 
Alles oprecht, alles veilig. 

Morgen vlieg ik erin. Ik kan dit. En man, wat ga ik groeien.