Pagina's

dinsdag 13 augustus 2024

Barst in het hart

 03:37...

Het zal wel weer bijna licht gaan worden buiten.

De steen in mijn maag wordt te zwaar, een zoveelste vloedgolf reist naar boven en ik moet recht gaan zitten in mijn bed om niet te verdrinken in tranen.

"Hoe ga ik hier door geraken?" Hoor ik mezelf huilend vragen in de leegte van een veel te grote kamer, mijn gezicht troostzoekend in mijn handen.

Hij vertrok rond 01:00. Het kampvuur was compleet uitgedoofd. Ik had het nog gerokken door de kleine vonkjes aan te blazen. Ik had ernaar zitten kijken met waterogen. Ik wilde niet alleen zijn met het vuur. Kampvuren wakkeren mijn gedachten aan, en op dit moment heb ik er teveel, ben ik er teveel mee alleen, vind ik geen weg meer naar evenwicht.

Ik had me op dwaze wijze voorgenomen het nooit nog te doen, liefdesverdriet. Een schamele belofte die niet te houden is. 

Ik voelde het hout van de vloer op mijn voeten terwijl ik naar boven liep. Het droeg de warmte van de dag nog. Ik besloot die warmte als troost en geborgenheid te zien terwijl ik dacht, voelde: "dit is niet hoe onze zielen het hadden afgesproken."

"Tja, misschien net wel." Het antwoord wanneer ik het deken over me trok, me inbeeldend dat het een knuffel was. 

Ik kijk voor me uit. De tranen zijn weer even op en mijn traankanaaltjes wachten op hun volgende levering. 't Is hoogseizoen.

Ik probeer diep te ademen. Merk dat er kwaadheid gemengd zit in mijn verdriet. Onmacht, wrok bijna. En ook hier oefen ik weer om niet hard te zijn voor wat ik voel en het er te laten zijn, erbij te zitten. Want in de laatste maanden is de grond vanonder mijn voeten verdwenen op alle verbindingsvlakken in mijn leven. Alles ineens, want zo gaat dat wanneer je akkoord gaat met een mentale groeispurt. 

En daar is hij plots, de oude metgezel, isolatie. 

Eenzaamheid is een beest. En net nu is mijn grote schakelpunt naar de nieuwe, gezonde patronen. In werking zetten waar ik zo belachelijk hard voor gewerkt heb. Doorvoelen, erbij blijven, uitzoeken wat ik nodig heb, mezelf in een versneld tempo een pak beter leren kennen, mezelf heruitvinden, nieuwe mensen leren kennen, oefenen in loslaten, rouwen zoals het voorbestemd is, dichter bij mezelf komen, enkel nog de mensen toelaten die écht zorgen voor mijn hart, mensen die mijn energie beantwoorden met dezelfde frequentie, mijn zelfzorg upgraden, voor mezelf kiezen, voor het verloren kind in mij zorgen en haar geven waar ze nood aan heeft, waar ze recht op heeft. Uitzoeken wat dat precies is, hoe ik haar kan bereiken.

Ik kijk nog steeds voor me uit. Mijn knieën opgetrokken en mijn armen erom heen geslagen. Ik zie water. Ik maak een mentaal papieren bootje en leg er de herinneringen in, het toekomstbeeld, het beeld van kindjes, een nestje, de ik die ik was bij hem. 

Ik leg het bootje op het water en voel angst. Angst voor verlating, voor pijn, verlies, verandering. Verandering is niet slecht, maar wat als er niets in de plaats komt? Wat als dit is hoe het voor altijd zal zijn?

De nieuwe levering tranen komt toe wanneer ik die laatste zin voor mezelf uit. Het water stijgt, ik sluit mijn ogen en laat de golf op me afkomen.

Ik weet dat ik de slaap niet zal vatten zonder neergepende woorden op mijn blog. Een onzichtbare babbel met mensen die ongetwijfeld herkenning vinden in wat ik schrijf. Neerschrijven voor mezelf is hier niet genoeg. Het kleine meisje in mij wil gehoord worden. Dus ik luister, eer haar. 

Mijn voeten raken het hout van de vloer, ik sta op en loop naar mijn laptop.

Het scherm van mijn blog begroet me als een oude vriend. Ik adem, en ik schrijf.

05:01.



dinsdag 30 april 2024

Waarom ik het niet geloof wanneer mensen zeggen dat ik sterk ben

 Ik ben nog geen vijf minuten wakker en merk hoe mijn wenkbrauwen gespannen naar beneden staan. Ik ben kwaad, voel ik. En ik weet ook meteen waarom. 

Het duurt meestal een dag voordat ik besef wat ik eigenlijk gehoord heb. En ook hier is het niet anders.

"Tineke komt uit een goed gezin, zij gaat het donker nooit aankunnen."
"De kwetsbaren zoals ik en Tineke,..."

Het is gek dat ik er op het moment zelf altijd minder problemen mee heb. En toch is het niet zo gek. Want zo'n woorden moet ik al 31 jaar horen en waren dus jaren lang mijn waarheid. En vaak zijn mensen zich er niet bewust van, bedoelen ze het niet denigrerend, maar is dat gewoon hun overtuiging.
"Tineke, geef het aan mij, ik zal het doen."
"Dat moet je niet aan Tineke vragen."
"Tineke gaat dat niet kunnen dragen, da's te zwaar."
"Tineke moet eens gewoon leren doorzetten he.."
"Allee, zelfs Tineke kan dat."

En de dag erna komt het dan echt binnen, de lading van de woorden. En elke keer opnieuw word ik kwaad, heb ik pijn. Voel ik mij ontzettend onzichtbaar, onbegrepen en draag ik het alleen.

De drang om mij dan alweer te bewijzen steekt telkens op. De fightrespons, gelijk ze zeggen. Hoe ik de sterfgevallen in mijn leven niet meer op twee handen kan tellen, hoe ik kindjes zag sterven wanneer ik voor Boven De Wolken fotografeerde en wat het met me deed (doet), hoe ik te maken kreeg met andere vormen van afscheid van dierbaren en hoe ik dat met zachtheid benaderde, hoe ik met agressie te maken kreeg, manipulatie, hoe ik echt moest vluchten uit giftige relaties. Nachtmerries, nachtterrors, flashbacks, mijn brein die de boel af en toe eens stillegt op de meest onmogelijke momenten (als in niet kunnen bewegen of praten, super handig..). Hoe ik er altijd rekening mee moest houden dat mensen andere woorden stelden dan daden, mij steunden in dingen die op me afkwamen, tot het voor hen precies toch wat groot werd en ik het toch weer alleen moest doen. Hoe ik daarop leerde anticiperen zodat het minder pijn deed wanneer puntje bij paaltje kwam. Hoe er van mij onvoorwaardelijke liefde verwacht werd, altijd. Omdat de ander altijd lijkt te weten dat ik in staat ben tot onvoorwaardelijke liefde. Ik kijk met liefde naar de mensen die schade toebrachten, naar mensen die veel obstakels mijn richting uitgooien, want ik draag de kracht om te zien hoe getormenteerd sommigen van hen zijn. Dat ook zij hun stuk niet kunnen delen met anderen. En ik zie telkens wat die exacte mensen mij leren, hoe ik mijn wortels dieper kan maken en kan blijven evolueren, veranderen, groeien.

Verdomme, ik kan zoveel vertellen. Hoe het is om dag in dag uit met chronische spierkrampen te leven, hoe frustrerend het is dat ik sommige, simpele dingen daardoor niet kan doen en welke energie het soms vergt om vanuit fysieke pijn niet bitsig te reageren op mijn omgeving. Hoe zwaar het soms is om al jaren wensmama te zijn en niet te weten of het in de kaarten ligt voor mij. Om overal kindjes te zien geboren worden in mijn dichte omgeving, om te zien hoe sommige kindjes in onze maatschappij gekwetst geraken door hun ouders en niet krijgen wat ze nodig hebben en dus een deel van hun ontwikkeling missen. Dat ik ze dat zo, zo graag wil geven. Hoe ik mij nu al voorbereid op familiefeesten om mijn verdriet en eenzame gevoel van het wensmama zijn, ook daar stilletjes te dragen terwijl ik naar die machtig mooie kindjes kijk. Hoe onzichtbaar ik mij dan ga voelen. Hoe er op dit moment zo'n 10 000 foto's klaarstaan voor selectie en nabewerking en ik op reportages moet horen "of dat nu echt zo moeilijk is om die foto's gewoon tegen morgen te versturen". Hoe verdomd moeilijk het is om als alleenstaande ooit mijn eigen plek te kunnen hebben en hoe ik een deel van de veiligheid van mijn introversie moet opgeven om die reden.

Ik weet hoeveel kracht ik nodig had in die 31 jaar. Ook als kind. Welke grote energie er nodig is om mijn zachtheid en gevoeligheid te blijven behouden in onze maatschappij, ook wanneer ik die zachtheid van anderen naar mij toe soms zo ontzettend mis en ik vooral moest horen dat ik een beetje harder moest worden.

Maar ik geloof het niet wanneer mensen zeggen dat ik sterk ben. Want ze zeggen het alleen op de momenten dat ze mij willen geruststellen, of wanneer ze denken dat ik het moet horen. Maar ze verwijzen nooit naar mij als een sterk iemand. Als ze óver mij praten, is kracht niet waar ze aan denken. Gevoelig, ja, dat mag ik altijd horen, aanvoelen. En weet je, aan de ene kan kan ik het begrijpen. Want uiterlijk zien ze mijn angst, de herinneringen in mijn ogen, mijn voorzichtigheid en argwanendheid. Wonden. Ze zien niet wat ik moest doen, welk pad ik bewandelde over al die jaren, over hoeveel grenzen ik moest gaan, welke inténse groeipijnen ik heb verdragen, hoeveel tranen er moesten vloeien in mijn eentje, hoe onzichtbaar ik mij een groot stuk van de tijd voel. Niemand ziet wat ik aan de binnenkant allemaal doe. Wat ik denk, zie, voel, slik, ombuig naar groei, hoeveel triggers ik moet counteren elke dag, in mijn eentje.

Ik weet hoe sterk ik ben ondertussen. Ik heb dat léren zien. Want jaren geloofde ik wat ze zeiden. En vaak eigenlijk nog steeds. Door de jaren heen heb ik moeten leren hoe ik mezelf die liefde kon geven, die erkenning, die zachtheid. Ik weet hoe groot mijn draagkracht is en ik durf mezelf daarin al erkennen. Al zeg ik in alle eerlijkheid, vandaag is dat moeilijker. Dus ach, wat zou het fijn zijn om het soms eens te voelen van anderen. Echt voelen. 


dinsdag 5 maart 2024

Voor het eerst in zeventien jaar

"Dus..." zegt ze. 
"Leggen we nog een afspraak vast of geef je mij een belletje mocht het nodig zijn?" 

Ik glimlach en kijk haar een beetje voorzichtig aan. 
"Denk je dat ik nog therapie nodig heb?" vraag ik vlakaf.
"Je kunt altijd verder gaan met therapie. Je kunt altijd blijven groeien en leren, dingen uitzoeken." 
De onderbouw van haar uitspraak is bijna casual. En op dat moment komt de bevestiging. Alsof ik aan het afstuderen ben. 

Weken hiervoor zat ik te dagdromen en evalueerde ik mijn traject, mijn weg, wat ik voelde. En ik kreeg een beeld van helende wondes voor ogen. Zachter wordende littekens. Schrammen die van donkerrood naar zachtroze gingen. 

Hier vandaag, bij de eerste therapeut (en ik heb er een zak gehad) die diep durfde gaan, mijn weerstand niet uit de weg ging maar mijn hand had genomen en me geleerd had hoe ik bij de wortels kon geraken en mijn angsten écht in de ogen kon kijken, kreeg ik de bevestiging dat de wondes die zeventien jaar lang mijn leven hadden gedicteerd, dicht aan het groeien waren. 
Voor het eerst in zeventien jaar, ervaar ik verandering rond mijn kern, ervaar ik wat genezing echt betekent.


De flashbacks en nachtmerries zijn er nog, maar ik kan ermee om. 


Soms stel ik nog bepaalde gedragingen uit angst, maar ze zijn niet meer vergiftigd.


Ik zoek geen schadelijke situaties meer op, en als ik door krijg dat ik me in eentje bevind, ontwikkelde ik de kracht om dat los te laten en terug te vallen op het groeiende vertrouwen in mezelf. 


Ik leerde grenzen aanvoelen en oprecht luisteren naar de signalen die mijn lichaam me geeft. Zelfs de kleintjes.

 
Ik leerde wat toxische relaties met mijn brein en lichaam hadden gedaan, en hoe ik daaruit kon groeien in plaats van daaraan willen vasthouden. 


Huilen vind ik nog eng, net als het tonen van mijn authentiek zelf. Maar de basis is er, en ook aan dat boompje groeien steeds meer takjes en blaadjes.


Ik geraak nog getriggerd, en die triggers zullen waarschijnlijk deel blijven van mijn leven. Maar ik leerde hun taal spreken. Ik leerde mezelf daarin valideren en reguleren. 


Fouten maken vind ik nog ontzettend moeilijk. Maar ondertussen kan ik die angst omzetten naar dankbaarheid voor het leiden naar het pad die voor mij bedoeld is. 


Ik kreeg opnieuw toegang tot het kleine meisje die aan haar vijf jaar stopte met groeien en zich noodgedwongen verscholen had gehouden al die jaren. En ik kon contact leggen met dat kleine ikje. 


Ik leerde om met liefde te kijken naar mensen die schade hadden aangericht, naar mensen die me niet begrijpen of naar mensen die me veroordelen. Want ook dat zijn in veel gevallen hun uiting van kwetsuur of angst.





Allemaal boompjes die geplant zijn in mijn bos. Allemaal hebben ze nog dunne stammetjes en hebben ze veel liefde, voeding en aandacht nodig. Maar de boompjes zijn geplant en het zonneke begint te schijnen. Ik ben blij met mijn bos. Dankbaar voor mijn tribe. En sinds enkele weken begin ik plezier te vinden in die zorg, begint mijn passie voor mijn job erin verweven te geraken, en wordt alles kalmer. Rustiger. Vrediger.
Stilletjes komt ze piepen, dat kleine ikje. Ik kan niet wachten om haar hand te mogen vastnemen en haar opnieuw te leren kennen. 




zondag 8 oktober 2023

Diepe zucht

 Zeldzaam en dus eenzaam is ze, mijn eenzaamheid. Maar mijn lichaam vullend met donkere wolken wanneer ze me gevonden heeft. En dan blijkt ze telkens ook nog het piekerknopje gevonden te hebben. 

Wat zou ik nu toch graag kunnen huilen. Het terug aangeleerd krijgen om te huilen wanneer ik daar nood aan heb.
Ik lig op mijn buik in mijn bed en staar een beetje voor me uit. Vandaag is zo'n dag waar ik me niet begrepen voel en dus oprecht alleen.
Lizzy, mijn katje, ziet het vonkje zonlicht dat via mijn gsmschermpje op de muur weerkaatst. Ik lach luidop, want ze geraakt zo geobsedeerd dat ze alles omver loopt, inclusief mij. 
Ik voel me vaak een heks. Je weet wel, zo'n goeie. Duizend kruidenpotjes en brouwseltjes en een zwarte kat die haar magische compagnon door en door kent. Ingespeeld op elkaars geest tot in de puntjes. 

Ik ben intriest. Ik durfde sinds lang terug connectie leggen, veiligheid toelaten en dat ook verwoorden, maar kreeg plots koude wind terug.
Ongetwijfeld door het eigen verhaal van de ander. Ik veroordeel het niet en laat alles bestaan zoals het voorbestemd is, maar heb wel verdriet.
Ik ben onrustig, want naast de voorzichtig toegelaten connectie van toen, zet ik het allerdiepste van mijn hart nu ook open voor een wondermooie ziel en wacht het kleine meisje in mij terwijl de over de jaren heen ontwikkelde angst de kans krijgt om mijn hoofd vol te proppen met grijze onzin-piekers.
Hoe mijn veranderde visie op het woord "relatie" me zal isoleren. Hoe ik de enige ben op de wereld die de dingen zo ervaart nu, hoe ik die diepe veiligheid en dus die gewortelde rust nooit ga kunnen bereiken. 

Lizzy valt uit het bed. Ze miste haar sprong richting het lichtje en zit nu een meter lager. Ze sleurt me terug naar het nu en laat me opnieuw in de lach schieten. Oprecht geluk voel ik rond haar. Zorgeloosheid en zelfs wederzijdse zorg.
Ik kus haar op haar snoet. Dankbaar, zoals altijd. Ik kijk naar het lichtje op de muur, de weerkaatste zon. Ik beeld me in hoe diezelfde zon op de muur van mijn tiny house valt. Het kleine huisje op wielen die al gebouwd is in mijn dromen en tussen de bomen staat. Met een kampvuurplaats buiten, naast de buitenkeuken en buitendouche, zwemvijver, en in volle rust, volle vrede, volle veiligheid.
Duizend procent mezelf kunnen zijn, hetgeen waar mijn ziel zo intens naar verlangt. 

Tijd om even te mokken, en dan opnieuw te vertrouwen op mezelf en de weg die ik afleg.

't Komt wel goed. En voor nu mag ik vooral niet vergeten om ook nog gewoon te leven.