Het eerste wat ik zie wanneer ik mijn ogen open zijn die van Lizzy, mijn katje. Op zo'n vijf centimeter van de mijne. Ik glimlach en neem haar dicht bij me. Ik zeg haar meteen dat ik van haar hou, dat ik blij ben dat ik haar bij mij heb en vraag haar of we al dan niet in bed zouden blijven liggen vandaag. Ik mis antwoorden. Ik geef haar een kus en hijs mezelf in de meest comfortabele hoodie die ik kan vinden.
Vandaag is de eerste dag in drie maanden waar ik besloten heb geen klop te doen. Een uitdaging die ik mezelf heb opgedwongen, om toch maar eens een pauze te hebben in heel deze zooi.
Ik geef Lizzy haar eten en trek mijn jas aan.
"Ik kom straks thuis, schatje!" Roep ik. Zelfs als dat beest er niet zou zijn zou ik alsnog de planten laten weten dat ik even weg ben en later weer terugkom.
Ik koop ontbijt in de supermarkt verderop, kom thuis en gooi mezelf in de zetel, ingewikkeld in mijn deken.
Ik zet de tv aan. Die vloek van een tv.
Ik denk terug aan de dagen waar ik nog thuis woonde. Toen ik op mijn kamer zat en schreef, tekende, schilderde en las. Nu ik een huis heb die helemaal van mij is, is het veel gemakkelijker om in een zwart gat te vallen.
Ik scheef de ziel uit mijn lijf, werkte de dagen uit mijn nachten en huilde de zeeën uit de aarde, maar mijn wolf blijft.
De dag is voorbij aan het gaan, het wordt alweer donker buiten, ik neem mijn laptop en open, na een hele tijd, de deur van mijn blog. Ik besluit in het Nederlands te schrijven, omdat het Engels, zoals opeens heel wat dingen, niet meer voldoet.
-------
De rit naar huis duurt lang. Het is mijn eerste en laatste reis met Tybo en ik vermoed dat hij dat ook zo aanvoelt.
Een pijnlijke, mooie, leerrijke, eenzame reis, badend in stille liefde en afscheid.
Eens thuis alles uitgeladen is bakken mijn ouders pannekoeken. Ik drink mijn tranen weg met warme chocomelk en merk dat Tybo zich wat afsluit.
De sfeer in het huis is mooi, gezellig en warm, maar wij breken. Elk op onze eigen manier. Ik hou het niet meer en vlucht naar mama's kantoor.
Tybo volgt en we krijgen ruzie. Kwetsende maar realistische woorden vullen de kamer. Ik slik de zijne omdat ik goed weet wat hij wel en niet meent. Hij zegt me dat hij naar huis gaat, en dat ik maar moet zien of ik volg.
Ik blijf gebroken achter.
Na uren moed bijeen sprokkelen keer ook ik huiswaarts. Ik kom aan mijn voordeur en merk dat ik mijn sleutel kwijt ben. Met een klein hartje bel ik hem met de vraag of hij wil opendoen.
Het slot klikt mijn mooi lief doet open. De amandelvormige ogen waar ik zo verliefd op ben stralen verdriet uit.
De hele avond dansen onze woorden om elkaar heen. De vraag die al zo vaak gesteld werd, word nu zonder woorden opnieuw gesteld, en dit keer is er een antwoord.
Ik wil kinderen, hij niet. Geen goed of fout, maar voor het eerst ook geen compromis.
De daaropvolgende dagen zijn gevuld met tranen, knuffels en laatste zoenen.
De nacht van 24 op 25 september 2017 is de eenzaamste nacht uit mijn nog korte leven. Hoe is het toch mogelijk, dat ik hem opnieuw verlies?
Terwijl Tybo nog drie maanden bij mij woont, gaan we samen op zoek naar een plekje voor hem.
De tijd die we nog hebben spenderen we aan disney kijken, wandelen, babbelen, lachen en huilen. We spreken, haast ongesproken, af om elkaar op te vangen, en zachtjes los te laten.
15 december help ik met een even klein hartje als drie maanden geleden met de verhuis. Hij trommelt vrienden op en ook mama helpt enorm.
Tybo zwaait ons uit vanuit z'n raam en even zie ik de kern van zijn zijn, waar ik drie jaar met liefde en zorg naar heb gegraven. Ik sla de autodeur dicht en zwaai met een gemeende glimlach. We rijden de straat uit, ik trek mijn knieën op en begin te huilen.
Ik besef dat ik er opnieuw door moet. Opnieuw zal ik gekwetst worden, opnieuw zal ik in gevecht liggen met jaloezie en verdriet. Opnieuw zal ik hem uit mijn leven moeten denken.
Opnieuw zal ik moeten doen waar ik het allerslechts in ben.
Loslaten.
De drie daaropvolgende maanden vermijd ik evenementen waar hij aanwezig is, zoek ik geen contact en probeer ik mezelf dagelijks te redden.
Lizzy blijft bij mij wonen. Ik vul mijn dagen en nachten tot op de minuut zodat ik niet aan hem moet denken. Ik gooi de facebook app zeven keer van mijn toestellen om ze de dag erna weer te installeren. Ik zie meisjesnamen op zijn profiel verschijnen en veracht ze. Om meteen daarna kwaad te worden op mezelf omdat ik hoogstwaarschijnlijk toffe, lieve mensen, stilzwijgend aanval vanuit mijn zetel. Zo ben ik helemaal niet.
Mijn wolf voedt me met bezitterigheid en jaloezie. Het gromt naar iedereen die in Tybo's buurt komt, schiet in de bescherming als het merkt dat iemand hem zou kunnen gebruiken en sust me als ik ertegen wil vechten. En op dit moment nestel ik me in de inktzwarte vacht.
Ik laat de wolf alles overnemen en ga uit, drink, en zoek aandacht. Ik knuffel alles en iedereen die ik tegenkom en doe alles in mijn macht om niet na te moeten denken. Want dan zou het pijn doen.
-------
Je zou denken dat tranen kunnen op geraken. Ik veeg de zoveelste zware druppel van mijn wang wanneer ik mijn nogal deprimerende blogpost afsluit.
Ik denk aan het moment dat ik hem opnieuw zag, enkele dagen geleden. Toen brak ik opnieuw. Ik vocht, vluchtte en brak.
Nooit in mijn leven had ik het zo moeilijk met loslaten. En laat dat nu het verhaal van mijn leven zijn, loslaten.
Een hele tijd had ik geen nood aan bloggen, en als ik toch opnieuw zou beginnen, zouden de woorden van positievere aard zijn, zou ik foto's delen, avonturen beschrijven, mooie ervaringen delen. Ik probeerde echter alles en merk dat dit een zoveelste poging tot uitweg is.
Ik geloof dat het me ooit wel lukt. Maar tot die tijd schrijf ik alle gedachten uit mijn hoofd.
En voor dat bloemen bloeien, moet de regen vallen.